Mijn poes Kiki gaat vreemd met de buurman. De buurman die de hele dag op de bank voor de gaskachel hangt en niet helemaal 100% is. De buurman die er een dagtaak aan heeft om in zijn compleet betegelde tuin de grassprietjes weg te houden. Bij die buurman ligt mijn poes op de bank.
Ik verkondig vaak trots dat ik zo’n stoere kat heb, die altijd buiten is en de ene muis na de andere duif vangt. Niet dus. Verdacht vaak zag ik een zwarte poes bij de buurman op de bank liggen. Toen ik eenmaal de moed had verzameld om aan te bellen bij de buurman stelt hij me ongegeneerd voor aan mijn eigen poes: hier is ze, Blackie!
Te verbouwereerd om er iets tegenin te brengen, verzamelde ik gisteren opnieuw moed om er langs te gaan. Om te vragen of we het eten dan een beetje konden reguleren. Wat zegt buurman?: ‘Het is toch wel grappig hè, buurvrouw, dat jij een poezenluikje hebt en ze elk moment bij jou kan binnenlopen, maar dat ze vanavond toch weer mauwend voor MIJN deur stond.’ Toen gingen mijn haren toch echt serieus overeind staan.
Eerst zag ik het nog als een les voor mezelf om een poes niet als bezit te zien. Ik mag dan voor haar betaald hebben, dat wil niet zeggen dat ze precies doet wat ik wil. Dat beesie heeft een eigen wil, die mag ik toch niet in haar levensvrijheid beperken. Dus als Kiki ervoor kiest om Blackie te zijn bij de buurman, moet ik dat respecteren. Toch?
Maar als ik dan ’s avonds alleen in mijn 2-persoons bed hoopvol lig te wachten op het geluid van het poezenluikje, heb ik het er toch moeilijk mee. Haar plek blijft leeg. En als ze dan eindelijk toch nog komt, ruik ik als een jaloerse echtgenote in haar vacht en weet ik dat ze weer bij hem is geweest.
PS Jammer Kiki, zo bouwen we geen duurzame relatie op.
Herkenbaar. Mijn zwarte kater ging ook bij elke oudere buurvrouw (3x mee verhuisd, elke keer een nieuwe buurvrouw gevonden) de middag doorbrengen en ’s avonds lag hij te lekker te spinnen op mijn schoot. De bastaard!